Wonderschone combinatie en jubelende muziek
Jeanette Vergouwen-de Caluwe
De uitvoering van tweemaal een Magnificat zorgden ervoor dat de bezoekers van het concert, dat zondag 8 januari in de Sint-Baafskerk in Aardenburg werd verzorgd door BachPlus o.l.v. Bart Naessens, nog even de kerstsfeer konden verlengen.
Zowel Scheidt als Bach componeerden het Magnificat ter gelegenheid van de feestdag Maria Visitatie, het moment dat de zwangere Maria bij haar nicht Elisabeth op bezoek gaat. Na de begroeting van Elisabeth antwoordt Maria ‘Mijn ziel prijst en looft de Heer’ (Magnificat anima mea Dominum). Bach componeerde het Magnificat na zijn aanstelling in Leipzig. Het werd dat jaar echter niet uitgevoerd op Maria Visitatie maar in de kerstperiode samen met Duitstalige kerstliederen. Maar het Magnificat kan ook met Pasen en Pinksteren worden vertolkt en daarom reviseerde Bach zijn Magnificat nog een keer (hij verving de blokfluiten door hobo’s en traverso’s). Ook Scheidt schreef een versie met een aangepaste tekst voor Kerst en gebruikte voor het werk niet de Latijnse tekst maar de Duitse tekst.
Bart Naessens maakte (zoals vaak) een originele keuze en voerde de eerste versie van het Magnificat van Bach uit met in het Esurientes een obligate partij voor de traverso’s.
Scheidt en Bach leefden in dezelfde periode (eind 16de tot half 17de eeuw), maar er is een groot verschil in de manier van componeren. Het Deutsches Magnificat van Scheidt is een Motet, met 8 delen, voor een meerstemmig koor en Basso Continuo (orgel en gamba).
BachPlus stelde voor dit concert een wonderschone combinatie vol contrasten samen. Door de uitgekiende samenstelling van het programma kwam de serene eenvoud en homogeniteit van het werk van Scheidt extra goed uit. Het koor zong prachtig zuiver en omdat de verschillende delen door steeds een andere vocale bezetting werden gebracht, kwam de tekst toch expressief over. Een ontroerend mooie uitvoering die verwachtingen schiep voor de rest van het programma.
Als overgang voerde het orkest de vierde Suite BWV 1069 van Bach uit. De even nummers van deze zes suites zijn rijker van instrumentatie, de strijkers vormen de basis maar de andere instrumenten laten zich telkens stralend horen. Bach gebruikte de ouverture van deze suite ook voor de kerstcantate BWV 110. (Nog een link met de kersttijd). Hij gaf een grote rol aan de hobo’s en de fagot. Opvallend was ook de inbreng van de trompetten en de pauk. In de monumentale Ouverture werd de fuga schitterend gespeeld en de dansen Bourrée en Menuet klonken dansant. Het tweede Menuet werd door de strijkers ontroerend mooi gespeeld en de Réjouissance klonk als een spontane vreugde uitbarsting. Een echte opmaat naar de jubelzang: het Magnificat van Bach.
Deze jubelzang in 12 delen met een overweldigende zeggingskracht kreeg een gloedvolle interpretatie. Indrukwekkende solisten en instrumentalisten zorgden voor een intense ervaring bij menige toehoorder. De tekst werd extra ingekleurd door de obligate partijen. Hoogtepunten ga ik niet noemen, het was als geheel gewoon een optimale muzikale ervaring.
Heel mooi was het krachtig gebrachte Omnes generationes, de sereen gezongen fuga in het Fecit potentiam, en het homogeen, subtiel gezongen terzet Suscepit Israel voor sopraan, mezzo en alt. Ook de fuga’s in de twee laatste koren kwamen goed over. De virtuoze fuga in het Gloria werd knap opgebouwd en won steeds meer aan spanning. De muziek klonk niet alleen stralend maar jubelend. Alle musici straalden vreugde uit en werden door een dynamische dirigent Bart Naessens geleid. Gewoon een topconcert en deze keer terecht volledig uitverkocht.