Brandenburgse concerten: ontspannen, soepele vertolking door BachPlus
De Brandenburgse concerten van Bach zijn een streling voor het oor. Vier concerten werden door BachPlus voor een uitverkochte Sint Baafskerk met enthousiasme vertolkt. De zes Brandenburgse Concerten vormen geen homogeen geheel, ze zijn heel verschillend van structuur. Soms hebben de instrumentalisten een evenwaardige partij, soms treedt een solist op de voorgrond en in concerti 2, 4 en 5 is er sprake van een piramidevorm met drie lagen: de strijkers als basis, de kleine groep solisten in concertino en in 2 en 5 zorgen trompet en klavecimbel voor een extra virtuoze inbreng.
Baanbrekend
De concerten zijn baanbrekend voor die tijd. Bach schreef ze in Cöthen omdat hij toen een iets groter instrumentaal ensemble tot zijn beschikking had. In 1719 stuurde Bach de definitieve versie naar melomaan Christian Ludwig von Brandenburg. In deze concerten is de sfeer altijd ontspannen en vriendelijk, maar ze zijn niet gemakkelijk om te spelen. Bach maakte gebruik van canonvorm, contrapunt en fuga en voegde ook dansen in. BachPlus speelde vier van de zes concerti: 5, 3, 4 en 2. Deze zijn geschreven in de Italiaanse stijl met 3 delen (snel, langzaam, snel).
Nr 5 in D is een duidelijk voorbeeld van de piramidevorm. De strijkers en de basso continuo (BC) vormen de basis, de solisten zijn de traverso (Frank Theuns), viool (Emmanuel Resche) en klavecimbel. Het klavecimbel vervult nog een extra rol met een virtuoze cadens aan het einde van het eerste deel. Bart Naessens mocht dus even de rol van nederige begeleider laten vallen en eens goed uitpakken. Hij speelde de cadens vlot, soepel en met mooie versieringen. Technisch knap en met een grote Fingerflüssigkeit. Het Affettuoso werd zangerig vertolkt en de fugatische finale had van mij iets dynamischer gemogen.
Die nodige dynamiek was er wel in Concert nr. 3 in G voor 3 violen, 3 altviolen, 3 cello’s en BC. De hoekdelen klonken dansant en alles werd ondersteund met een stevig ritme. Het middendeel, dat slecht uit twee Frychische akkoorden bestaat, kreeg een wondermooie invulling, super kort, maar heel overtuigend.
Concert nr. 4 in G met als solisten viool (Ortwin Lowyck) en twee blokfluiten (Koen Dieltiens en Frank Theuns) was volledig in balans. Naessens leidde met enthousiasme en de blokfluiten verzorgden voor een mooie dialoog met de viool. Het fugatische begin van het Presto en de virtuoze vioolsolo overtuigden volledig. BachPlus muntte uit in transparantie.
Als slot moest het Concert nr. 2 in F het feestelijke begin van een nieuw jaar worden. Dat pakte iets minder feestelijk uit. De trompet staat tegenover de tutti en de andere drie solisten: viool, blokfluit en hobo (Marcel Ponseele). Trompettist Sander Kintaert speelde een razend moeilijke partij, maar hij intoneerde niet altijd juist en daardoor was de balans niet optimaal.
Het concert als geheel was een muzikaal hoogstandje.
Door BachPlus o.l.v. Bart Naessens. Gehoord zondag in de Sint Baafs in Aardenburg